In de dikke 45 jaar dat ik bewust met pop- en rockmuziek bezig ben zijn er een aantal namen die er vanaf het prilste begin bij zijn. Eén daarvan is Golden Earring. Mid jaren ’70 hing er al een postertje uit de Taptoe (wie kent het nog?) boven mijn bed en tot op de dag van vandaag draai ik haar albums nog geregeld. Van Moontan (1973) tot en met Contraband (1976). Die laatste is, samen met het een jaar later verschenen en gelijknamige live album, mijn favoriet. Niet in de laatste plaats vanwege de bijdragen van meestergitarist Eelco Gelling.
Earring’s latere werk wist me zelden te boeien, maar iedere keer als de band op een festival mijn pad kruiste was het een aangenaam weerzien. Voor het laatst in 2017 tijdens Park City Live in Heerlen, waar de band, aangevuld met Bertus Borgers (nog zo’n legende), op momenten voor een aangename trip richting memory lane zorgde.
En ook al was het in de afgelopen drie decennia kwalitatief nogal wisselvallig, het bleef toch The Earring en telkens was ik weer heel even dat jongetje van tien die met een luchtgitaar door zijn oranje en knalgroen geverfde slaapkamertje sprong op het onweerstaanbare Bombay. Tot op de dag van vandaag mijn onbetwiste Earring favoriet.
Het bericht dat de band gaat stoppen laat me dan ook niet onberoerd. Maar het is natuurlijk klein bier bij de reden waarom. Triest dat het zo moet eindigen.
Earring bedankt, sterkte George!