Toen tegen middernacht metro 54 uit de Bijlmer richting CS rammelde, galmden er uitbundige voetbalgezangen door diverse coupé’s. Het laatst treinstel deinde zelfs op en neer onder het aanhoudende gehos van de opeengepropte inhoud. Was het wonder geschied en won Ajax de Europa Cup? Nope, Kasabian was in town. En dat hebben ze geweten daar in Mokum.
De voortekenen waren al gunstig. Publiek en pers grossierden de gehele tour al in lofuitingen en de voertaal in de Heineken Music Hall was Engels. En dus had iedereen er zin in afgelopen zaterdag. De band, die toch al op een roze wolk door Europa raasde. De Nederlandse fans waren blij dat ze ondanks het uitblijven van het grote succes alhier toch weer aan de beurt waren. En de Britse followers verkeerden na een dag Red Light District in de juiste stemming. Gevolg: een onstuimige avond vol dans, bier, testosteron, een moshpit én vooral heel veel puike muziek.
En dat laatste was waar het uiteindelijk allemaal om draaide. Ook bij “the most commercial underground fucking cult band ever.” Aldus zanger Tom Meighan, die samen met die andere frontman, Serge Pizzorno, vanaf openingsnummer ‘Days Are Forgotten’ de HMH volledig naar zijn hand zette. Voor de podia aangevuld tot zestal, wist Kasabian alle verwachtingen moeiteloos in te lossen om ze gaandeweg zelfs te overstijgen. Tijdens ‘Shoot The Runner’ vloog het dak al compleet van de tent en dat was dus het tweede nummer op de vol hits en publieksfavorieten gepropte setlist. Krakers als ‘Underdog’, ‘Empire’, ‘Fast Fuse’ en uiteraard de onverslijtbare oudjes ‘Club Foot’ en ‘L.S.F.’ zouden de reactie in de zaal er later alleen nog onstuimiger op maken.
Toch viel Kasabian niet te betrappen op enige gemakzucht. Daarvoor was de inzet té groot, het muzikale niveau te hoog en de spelvreugde te intens. Vooral Pizzorno stuiterde geregeld als een zot over het podium en had zichtbaar de grootste lol. Qua songs zorgde onder anderen een fraai ingetogen ‘Thick As Thiefs’ ook voor een ánder geluid en het relatief onbekende progrock-achtige ‘Pistols At Dawn’ leek vooral voor het eigen plezier aan de set toegevoegd, getuige de pretoogjes en interactie op het podium.
Desondanks bleken het toch de pompende bassen, zware drumbeats, pakkende gitaarriffs en grootse stadion-anthems waarvoor de HMH volstroomde. Kasabian als missing link tussen Oasis en Stone Roses met de power van The Who en de grandeur van Freddie Mercury. Ze vinden zichzelf de beste band ter wereld, stralen dat ook uit en komen er keer op keer mee weg omdat ze het gewoon waarmaken. Zo ook zaterdag in Amsterdam, waar er na de toch al overdonderende set in de toegift zowaar nóg een tandje werd bijgeschakeld en het publiek letterlijk op de knieën ging. Het trio ‘Switchblade Smiles’, ‘Vlad The Impaler’ en ‘Fire’ zorgden ervoor dat de zaal explodeerde, er op de zittribune niemand meer op zijn stoeltje zat en zelfs de VIP-box een feestelijke aanblik bood. Kasabian kreeg loon naar werken en Amsterdam was on fire. Vraag dat maar aan de nietsvermoedende reizigers zaterdagavond in metro 54.
Foto’s: Pip aka Flipflop