Crippled Black Phoenix is een band met veel gezichten. Een graatmagere zanger die op Nick Cave lijkt en geregeld de trombone hanteert, in de rug gesteund door een no-nonsense stoner en een Zuid-Europese progrockdwerg op gitaar, een zweverig pianomeisje, een old school crusty achter de drumkit en een stoere oude rocker op bas. De keyboardnerd maakt het plaatje compleet. Niet in één hokje te plaatsen. En zo klinkt het ook.
Maar eerst is er Mescaliner. Uit Heerlen. Aan dit kwartet de eer om met haar breed uitwaaierende Ozric Tentacles-style spacerock de zaal op te warmen. Helaas niet in vol ornaat, met wat geïmproviseerde percussie in plaats van de gebruikelijke drums, waardoor dit lokale ruimteschip niet echt van de grond geraakt zoals dat wel lukte op haar dit jaar verschenen album ‘Willow Spree’. Maar misschien is het aan het einde van een lange werkweek ook wel te vroeg voor een ruimtereis.
Als het zevenkoppige Crippled Black Phoenix van start gaat in de prog-modus en op momenten wat dreigt voort te kabbelen ziet de setlist vooraan op het podium er met zijn twintig nummers bedreigend uit. Temeer daar de band haar songs het liefst richting de tien minuten rekt. Gelukkig blijkt alle vrees ongegrond en blijkt dat men iedereen moeiteloos 2,5 uur bij de les kan houden, met een pak muziek dat stilistisch alle kanten opschiet zonder haar eigen smoelwerk te verliezen.
Waar de kleine Karl Demata zich aanvankelijk vooral als een meesterlijke David Gilmour adept ontpopt en er links en rechts bijna schaamteloos uit de Pink Floyd catalogus wordt geleend, gaat later de klok net zo makkelijk op heavy rock, lome stoner of richting Nic Cave, die in de vorm van ‘The Weeping Song’ ook zelf nog even voorbij komt. The Cooper Temple Clause zou een referentie kunnen zijn. En uiteraard Mogwai en Electric Wizard, waar deze band uit is voortgekomen. De heftige soms wat rauwe sound, de karakteristieke zangpartijen van John E. Vistic, op momenten aangevuld door de excentrieke stem van pianiste Miriam Wolf, en de regelmatig terugkerende trombone-klanken van eerstgenoemde, zorgen voor een typisch eigen geluid binnen de muzikale kaleidoscoop..
Ondanks dat één en ander soms wat zwaar wordt aangezet blijft Crippled Black Phoenix steeds stevig met beiden benen op de grond. Vanwege de onmiskenbare punky en DIY attitude en de nodige zelfspot. “Now we can spit on you, like Roger Waters, and then we’re going to write ‘The Wall’.
Als het epische ‘Burnt Reynolds’ ontaard in een grote singalong met het publiek worden de bezoekers aangespoord achter de microfoon mee te zingen en springt gitarist Justin Greaves de zaal in om al zingend en spelend zijn fans te knuffelen en op te zwepen. In dat laatste slaagt de goedgemutste Italiaan Demata net iets beter als hij tijdens de moddervette Mano Negra-achtige medley ‘Partisan – Bella Ciao – El Pueblo’ de Nieuwe Nor even omtovert tot een broeierige latijnse feestzaal.
Tien minuten later neemt Crippled Black Phoenix passend afscheid in de stoner-prog stijl die haar op de kaart heeft gezet en blijken de 150 minuten, die aanvankelijk zo oneindig lang leken, omgevlogen. Dynamisch, donker, veelzijdig, spannend, vlammend en achteraf wel degelijk in één hokje te plaatsen: fantastisch!
Foto: René Bradwolff