Pinkpop is back. Na een muzikaal bloedeloze faaleditie in 2013 sloeg Jan Smeets keihard terug met een gevarieerde line-up en drie aansprekende headliners. Pinkpop 2014 had het allemaal: een bomvolle wei, stralende zon, uitstekende optredens, top sfeer en een onweersbui ter afkoeling. En uiteraard The Rolling Stones. De meestbesproken Pinkpopband ooit, die moest toezien hoe een andere oude vos er met het eremetaal vandoor ging. Foto’s: Hans Kreutzer
Rolling Stones
Tja, de Stones… ik heb er weinig tot niets mee. De vroege singles vind ik heel goed te pruimen en ‘Get Yer Ya-Ya’s Out’ is een dijk van een live-album, maar ergens in 1971 houdt het voor mij op. Middelmatigheid werd de norm en de merknaam Rolling Stones belangrijker dan de muziek. De hele hype die in de pers loskwam na de bekendmaking terwijl via YouTube de ene na de andere misser van (met name Keith Richards) voor grote hilariteit zorgde, leek mijn vooroordeel te bevestigen. Totdat de heren Rolling Stones in Landgraaf op een hete zomeravond wel heel erg goed hun best deden om het tegendeel te bewijzen.
Eigenlijk zag ik op de Pinkpopzaterdag drie verschillende Rolling Stones. De eerste beviel me het beste. Geen spektakel maar gewoon een lekker rammelend Rythm & Blues bandje uit Dartford. Niet meer en niet minder. Groter had het contrast met alle poeha vooraf niet kunnen zijn. Ik was aangenaam verrast en genoot. Van de oude songs, het spelplezier en de vitale Mick Jagger. Zonder opsmuk en gezichtloze backup-muzikanten om de zaak op de rails te houden. Dat de boel hierdoor af en toe ontspoorde kreeg zelfs enige charme omdat het authentiek en vooral pretentieloos was.
Na een tenenkrommend intermezzo van Richards (die tot die tijd waar mogelijk zorgvuldig uit de mix werd gehouden door de technicus van dienst) diende zich ineens een compleet andere Rolling Stones aan. Voortgestuwd door Mick Taylor. Met de komst van de beste gitarist die zich ooit een Rolling Stone heeft mogen noemen ontpopte het R&B bandje zich een ineens tot vlammende rockband. De sound werd voller en het spelpeil schoot omhoog. Er werd zowaar op niveau gesoleerd. Jagger ging helemaal los op de mondharmonica en een vleugje oude magie waarde over het podium. Wat mij betreft had de band zo nog wel even mogen doorgaan maar daar dacht ze zelf helaas anders over.
Het slotstuk werd namelijk verzorgd door Stones nummer drie: de stadionrockers. Met een uitbundigere show en gaandeweg steeds meer muzikanten op het podium. Ineens openbaarde zich de zelfverklaarde “Biggest Band In The World”, zoals de laatste decennia opgeblazen tot epische proporties. En die status kon de band ook in Landgraaf niet waarmaken omdat ze er de muzikale kwaliteiten niet voor heeft. Het veel te lang uitgesmeerde ‘You Can’t Always Get What You Want’ scheerde met een dameskoor gevaarlijk dicht langs André Rieu en afsluiter ‘Satisfaction’ werd met hulp van een overbodige blazerssectie van alle oorspronkelijke venijn ontdaan. Ineens ging het niet meer om de inhoud maar om de verpakking. Van sixties R&B bandje tot een tandeloze dinosaurus in anderhalf uur. Op zich ook een prestatie van formaat.
Desondanks, beide duimen omhoog voor The Rolling Stones. Omdat ze diep van binnen nog gewoon dat stelletje nozems bleken te zijn die ondanks hun beperkingen het grootste plezier hebben in wat ze doen: muziek maken met hart en ziel. En alleen al vanwege die waanzinnige uitvoering van ‘Midnight Rambler’ met Mick Taylor vergeef ik ze het volledige sluitstuk.
Robert Plant And The Sensational Space Shifters
Tijdens de volvette en spectaculaire show van Metallica sprak mijn buurman me aan: “Zondag. Robert Plant komt het podium op. Een beetje voorovergebogen. Hij ziet het publiek en heel even gaat zijn hand iets omhoog. Hij groet ons. En alleen dat al maakte meer indruk dan deze hele show van Metallica.” Ondanks dat Metallica haar uiterste best deed had hij gelijk. Robert Plant was de koning van Pinkpop 2014.
Hij hoeft maar ja te zeggen tegen Jimmy Page en Robert Plant kan de miljoenen bij elkaar harken als frontman van Led Zeppelin. Page hengelt al jaren maar Plant heeft geen zin om te bijten. De zanger, die anno 2014 nog steeds over een imposante strot beschikt, gaat alweer meer dan 30 jaar zijn volstrekt eigen weg en staat blijkbaar liever voor een groep liefhebbers op het bescheiden noordpodium met zijn Sensational Space Shifters dan voor 70.000 op de mainstage met Led Zeppelin.
Plant kiest ervoor om waardig oud te worden in de muziek en slaagt daar uitstekend in. Niet dat hij zijn verleden negeert. Integendeel; hij graaft dieper dan ooit. Terug naar Led Zeppelin maar vooral naar de roots van Led Zeppelin en dus van zichzelf. Zo ook in Landgraaf waar hij folk, blues, country en onvervalste hardrock aan elkaar reeg met behulp van een uitmuntende begeleidingsband. Met naast de uitstekende gitaristen Liam Tyson en Justin Adamseen hoofdrol voor de Afrikaanse riti-speler Juldeh Camara.
De set begon vrij conventioneel met ‘Babe I’m Gonna Leave You’ van folk zangeres Joan Baez, dat ook op Led Zeppelin’s eerste album staat. Vervolgens nam hij ons bij de hand voor een reis door de tijd. Via de heavy rock van Led Zep naar de oorspronkelijke blues van de Mississippi Delta en richting Afrika, waar de oudste wortels van dat genre liggen. Genres die samensmolten in een betoverende Afrikaans getinte versie van de hardrock-klassieker ‘Black Dog’ en de knetterende afsluiter ‘Whole Lotta Love’, dat voor een golf van euforie bij de bezoekers zorgde.
Ondanks de bekende titels op de setlist en de vele Led Zeppelin-fans voor het podium, zagen we niet de stadionrocker van weleer maar een bescheiden doch tevreden man op leeftijd die nog altijd één is met zijn muziek. Ongedwongen, geestig, volledig in zijn element en ver weg van het overspannen rockcircus maakt de zanger van de daadwerkelijk grootste rockband aller tijden meer indruk dan de Rolling Stones. Juist door het klein te houden, dicht bij zichzelf te blijven en de muziek voor zich te laten spreken. En dan toch imponeren zoals alleen de allergrootsten dat kunnen. Sensationeel zeldzaam.
De rest
Maar er waren meer bands waar ik met volle teugen van heb genoten. Zoals de zusjes Haim. Hun band schoot uit de startblokken als fris eighties bandje met een voorliefde voor spannende electronica maar transformeert tijdens een dampende versie van Fleetwood Mac’s ‘Oh Well’ tot een stomende rockband die de rest van de show vooral de gitaren laat scheuren. Haim was voor mij na Robert Plant hét hoogtepunt van Pinkpop 2014.
Arctic Monkeys was meeslepend. Durfde gas terug te nemen en de subtiliteit op te zoeken maar leek als headliner op een 3FM-festival een beetje misplaatst. Parels voor de zwijnen derhalve. Al kan niemand ontkennen dat Arctic Monkeys dit Pinksterweekend de enige headliner was met een drummer die zijn vak beheerst. Mastodon stond veel te vroeg geprogrammeerd maar haar soms eigenzinnige mix van sludge- en progmetal greep me desondanks bij de keel. Loom en log onder de brandende zomerzon.
Ook Rob Zombie was in vorm. De gewezen White Zombie frontman, acteur en regisseur rende zich een ongeluk over de catwalk en door de festivalwei, zette een paar Metallicafans te kakken en ging qua show op zijn Amerkaans over de top. Maar Zombie had wel met afstand de vetste rocksound van drie dagen Pinkpop. Het beukte, stampte en scheurde er met John 5 (Marilyn Manson) op gitaar meedogenloos op los. Rock Motherfucker!
Metallica deed tenslotte na de (te)veelbesproken onweersbui wat het altijd doet: Loeihard met de deur in huis vallen met de thrashmetalsongs uit de good ol’ days en daarna gas terugnemen voor de radiovriendelijke hits en aanstekerballads. Nog steeds uiterst gedreven en pittig maar inmiddels wel voorspelbaar.
Conclusie: Rolling Stones overtrof bijna al mijn verwachtingen maar koning Plant was de grote heerser met de prinsessen van Haim in zijn schaduw. De rest volgde op gepaste afstand. Het waren weer drie bijzonder mooie dagen op Megaland.
Pinkpop 2014 vond plaats op 7, 8 en 9 juni op Megaland, Landgraaf. Meer festivalfoto’s van Hans Kreutzer vind je op zijn Facebook pagina.