Nu de kruitdampen optrekken heb ik eindelijk tijd om te berichten over de afgelopen week. Een topweek met binnen vijf dagen drie topacts: Kasabian, Born From Pain en Johnny Marr. Muzikale uitersten met een paar opvallende overeenkomsten: Ze namen een tof voorprogramma mee, zetten het publiek in vuur en vlam en speelden alle drie in een voor hun doen té kleine en daarom bomvolle zaal, hetgeen de sfeer in alle gevallen duidelijk ten goede kwam.
Kasabian (Zaal: E-werk, Keulen / Bezoekers: 1.500 / Voorprogramma: Pulled Apart By Horses / Datum: 29 oktober 2014)
Zanger Tom Meighan is een haantje: borst vooruit, armen veelal gespreid en dosis branie waar Liam Gallagher een puntje aan kan zuigen. Kasabian is niet vies van borstklopperij en grootheidswaan maar komt er sinds jaar en dag mee weg omdat ze het keer op keer waarmaakt. De band hanteert daarbij een soort overrompelingstaktiek: Knallen vanaf de eerste minuut en vervolgens blijven stampen totdat het publiek en Meighan zelf naar adem snakken. De laatste verdwijnt van het toneel en de fans worden vermaakt met de licht psychedelische liedjes van gitarist Serge Pizzorno. Die kan niet zingen maar is wel erg amusant om naar te kijken. Als Meighan weer ten tonele verschijnt gaat het feest weer verder totdat er naar het einde toe zowaar nog een extra streep gas wordt gegeven en de mix van rave en rock in de gezichten van de stuiterende meute explodeert. Persoonlijk geniet ik het meest van de minder dreunende en meer dansbare tracks van het debuutalbum (waarvan in Keulen ‘Club Foot’, ‘Processed Beats’ en ‘LSF’ voorbij kwamen) maar het feest dat aan oren en ogen voorbij trekt is onweerstaanbaar.
Born From Pain (Zaal: Bluff, Heerlen / Bezoekers: 140 / Voorprogramma: Cornered, Better Off en Recession Youth / Datum: 31 oktober 2014)
Ooit was hardcore huge in de Oostelijke Mijnstreek maar vandaag de dag is Café Bluff in Heerlen nog de enige die een podium biedt aan bands uit het genre. Als beloning besloot het grote Born From Pain de release van haar nieuwe album ‘Dance With The Devil’ niet in meer voor de hand liggende zalen te vieren maar in het krappe café in hartje Heerlen. Met net zo onstuimig als verwacht resultaat: vervaarlijke bar-dives, chaos in de moshpit, zwetende muren en een ouderwets goede sfeer. En natuurlijk een stel in-your-face songs op het hardst mogelijke volume. Vaak met een boodschap, niet zelden geworteld in de Mijnstreek Oost en dus tot groot genoegen van de aanwezige ‘koempels’. Na afloop kleurt de Dautzenbergstraat rood van het Bengaals vuur en wappert er trots een Roda JC-vlag. Perfect einde van een avond vol nostalgie, trots en steengoede M.O.C. hardcore.
Johnny Marr (Zaal: Luxor, Keulen / Bezoekers: 500 / Voorprogramma: Childhood / Datum: 2 november 2014)
Johnny Marr in de bescheiden pijpenla aan de Luxemburgerstrasse. Dan weet je dat het uitverkocht zal zijn en dat de achterste helft van het publiek niets zal zien. Toch gaan tot tegen de achterwand de handjes in de lucht voor de meestergitarist van The Smiths. Marr wisselt nummer van zijn beide solo-albums af met klassiekers en minder voor de hand liggend werk van zijn oude band. Solo is het allemaal wat meer recht toe recht aan maar dankzij de eigen signatuur heel goed te behapstukken voor de doorgewinterde Smiths-fans, die in Keulen in de meerderheid zijn en vooral hopen op een nostalgische tijdreis. Ze worden op hun wenken bediend: ‘Stop Me If You’ve Heard This Song Before’ komt al vroeg in de set voorbij waarna ‘Big Mouth Strikes Again’ en ‘Still Ill’ nog volgen. Net als ‘The Headmasters Ritual’ en de afsluiter ‘There Is A Light That Never Goes Out’, twee voorlopige hoogtepunten van de avond. Toch is het alweer (en zoals verwacht) ‘How Soon Is Now’ dat mij het hardst en diepst weet te raken. Waar Morrissey in al zijn post-Smiths jaren nooit meer een gitarist vond die in Marr’s schaduw mag, heeft zijn ex-partner de vocalen steeds beter onder controle waardoor zijn uitvoeringen van het Smiths-materiaal steeds dichter tegen het origineel aanschurken. ‘How Soon Is Now’ onderstreept dat als geen ander. Hét ultieme 7 minuten durende hoogtepunt van een toch al imposante concertweek. Thank you Johnny Fuckin Marr!