Pinkpop 2015. De blikken waren uiteraard weer gericht op de headliners en hypes van het moment. Reden voor mij om elke dag een vreemde eend in de spotlight te zetten. Een act die niemand verwachtte, muzikaal uit de toon viel en voor de meeste festivalgangers onbekend was. Zo’n band die in de vroege uren van het festival voor een slechtgevulde wei of halflege tent de slaap uit de ogen van de fans mocht spelen in de hoop dat ook andere bezoekers aanhaakten.
Dag 1: Terug naar 1992 met Body Count
Wat betreft de Pinkpopvrijdag dus geen Muse of Elbow maar Body Count. De punkmetalhiphopcrew van Ice-T die op generlei wijze aansluit bij de rest van de programmering wegens te hard, te onstuimig en te controversieel. Ooit opgericht omdat Ice-T vond dat ie als hiphopper te zeer voor eigen parochie predikte en bedacht dat ie als metalband ook een blank publiek zou bereiken. Zulks geschiedde en Ice-T werd per direct tot Amerikaans staatsvijand gebombardeerd. “Here come them fuckin’ niggas with their fancy cars. Who gave them fuckin’ niggas those rock guitars? There goes the neighborhood.”
Dat was in 1992. Tegenwoordig is Ice-T vooral een gevierd acteur, met name bekend vanwege zijn rol als politieagent (!) in de populaire TV serie ‘Law & Order’. Dat hij vorig jaar ineens een nieuw Body Count-album presenteerde kwam als een verrassing. Net als zijn plaats op Pinkpop 2015 tussen de meest brave borsten die de muziekbusiness ooit voortbracht.
En zo wordt op een druilerige middag in Landgraaf de klok ineens 23 jaar terug gedraaid en is het 1992 all over. In alle opzichten. Qua onweer, qua snoeiharde muziek en qua sfeer op de voorste rijen. Een dampende moshpit en een wij tegen de rest van de wereld-gevoel. En een pak meedogenloze stampers. Van de onvermijdelijke opener ‘Body Count’s In The House’ tot ‘KKK Bitch’ en het in de VS verboden ‘Cop Killer’, waarin Ice-T nadrukkelijk refereert aan de Los Angeles Riots van, jawel, 1992.
Natuurlijk is de presentatie over the top en kun je je afvragen in hoeverre de acteur Ice-T een show opvoert in plaats van daadwerkelijk betrokken te zijn. Feit is echter dat de reden waarom Body Count ooit werd opgericht nog steeds actueel is. Wie de afgelopen maanden het nieuws een beetje heeft gevolgd weet namelijk dat er niets is veranderd sinds de moord op Rodney King. De woede lijkt dan ook vaak oprecht: “Fuck the police! I play one on TV but they can suck my dick!”
De programmering van Body Count op Pinkpop is een terechte. De band is nog steeds relevant. Dat is goed nieuws voor de festivalgangers maar heel slecht nieuws voor zwart Amerika. En wie kan dan beter voor een passende soundtrack zorgen dan good old Ice-T? “If you mix Slayer, The Exploited and Ice-T you get… Disorder!” En dat klopt. Op het podium en voor het podium. Old school Pinkpop. Een uur lang. Daarna spoelt een stortbui van apocalyptische proporties snel alle zonden van het terrein en wordt het weer snel 2015.
Dag 2: Supergaz
Megaland is zaterdag in de vroege middag nagenoeg leeg als Gaz Coombes de tweede festivaldag opent. In een vrijwel lege Brand Bier Tent. In 1997 stond hij met zijn band Supergrass nog voor een aanzienlijke meute op het Noordpodium. Een show die niet alleen herinnerd zou worden vanwege haar bruisende Britpopsongs maar vooral vanwege het hooi dat door de organisatie op de modder voor het podium was gelegd. Totdat het publiek ermee begon te gooien, met alle gevolgen van dien. Podium onder een dikke laag groen, festivalbezoekers die de hele dag droge grassprieten uit hun haar en kleding klopten.
Nee, dan gaat het er in 2015 even iets anders aan toe. Om te beginnen nodigt de muziek van Coombes niet uit tot dit soort ‘festiviteiten’. Alleen al omdat hij voor het publiek volstrekt onbekend is. De Pinkpopzaterdag heeft de aanblik van de picknickwei in de Efteling: een gezellig en ongedwongen dagje uit voor het hele gezin. Weinigen zullen weten wie Supergrass was, laat staan dat ze weten wat zich hier in 1997 allemaal afspeelde, toen Beck en The Orb headliner waren. Namen die vandaag niet het kleinste belletje zouden laten rinkelen.
Het maakt dus niet uit dat Gaz Coombes ervoor kiest om alleen solowerk te spelen. Al oogt hij wel nog als de popster van destijds. De sympathieke glimlach en karakteristieke bakkebaarden zijn onveranderd. Net als de ijzersterke liedjes. Vakkundig in elkaar gestoken een veelzijdig. Uiteraard geschoeid op de Britse leest. Ze zijn contrastrijk, veelal melodieus en soms dik aangezet. Het ene moment ingetogen, later weer stevig rockend. De sfeer van het nieuwe werk is melancholisch. Meer The Veils dan Supergrass. Af en toe switcht Coombes van gitaar naar toetsen en kantelt de sound voorzichtig richting Massive Attack. Met af en toe een vleugje Kraut. En al die tijd horen we niet één slechte song.
Dat “we” slaat op de paar honderd mensen die de moeite hebben genomen om de Brand Bier Tent in te lopen. De meute laat het aan zich voorbij gaan en mist daardoor een ijzersterk optreden van een gedreven artiest. Gaz Coombes kiest niet voor de makkelijke weg en toont ambitie. En hij weet met onbekend materiaal, zonder ook maar één radiohitje een vol uur lang te boeien. Helaas is dat op de Pinkpopzaterdag niet aan het publiek besteed, dat wacht liever een vol uur op één radiohitje. En misschien is dat maar goed ook. Voor je het weet begint één of andere malloot met gras te gooien.
Dag 3: Peace, het best bewaarde geheim van Pinkpop
Sinds vorig jaar kent Pinkpop een vierde podium. Een kleine tent in een uithoek van Megaland die ruimte biedt aan bandjes die te klein zijn voor de Brand Bier Stage maar het wel verdienen om te worden gehoord. Vaak door slechts een handvol mensen, ver weg van de drukte. Met bar, snacks en toilet om de hoek de ideale plek om tot rust te komen en je te laten verrassen.
De ideale plek ook voor een band als Peace uit Worchester, Engeland. In 2009 opgericht en in eigen land al snel opgemerkt naar aanleiding van de debuut EP ‘Delicious’. Nu, twee albums later, is Peace in het thuisland een gevestigde naam maar wil het kwartje elders nog niet echt vallen. Te Brits, te eigenwijs.
Toch staat er bij de show op Pinkpop opvallend veel jeugd vooraan, die de meeste songs herkennen en zelfs meezingen. Niet slecht voor een band die hier niet is opgepikt en geen airplay krijgt. Iets dat op zich al vreemd is want Peace klinkt behoorlijk radiovriendelijk. En happy. Niet zoals de aalgladde soundmixshow van Pharell Williams later op de avond maar gewoon door vier brutale knapen met gitaren.
Peace presenteert in Landgraaf een setlist vol puike Britse popliedjes met een aangenaam psychedelisch randje en grootse galopperende refreinen. En met diverse hints naar het verleden. Voorman Harry Koisser verwijst opzichtig naar ‘Babe I’m Gonna Leave You’ van Led Zeppelin en zowel Blur als Oasis zijn nooit heel ver weg. De baggy afsluiter ‘World Pleasure’ doet denken aan Stone Roses. Spacy uitwaaierend met een stuwende bas en Afrikaans klinkende beats die rechtstreeks op de dansspieren werken. Even ontstaat er op de voorste rijen een party like it’s 1989.
Een uur lang herbergt Stage 4 het best bewaarde geheim van Pinkpop 2015, goed verstopt tussen de uitgang en Camping A. Het is te hopen dat dit podium in de toekomst meer aandacht krijgt van de programmeurs want nu is de line-up er een van los zand. Het huidige Pinkpop kan wel een klein rafelrandje gebruiken en Stage 4 lijkt daarvoor uitermate geschikt.
Pinkpop 2015 vond van 12 t/m 14 juni plaats op Megaland Landgraaf. Foto’s: Buro Pinkpop / René Bradwolff (Bodycount 1, Peace) en Hub Dautzenberg (Bodycount 2, Gaz Coombes).